Overstap geboortestad André van der Veeke Ik kwam rechtstreeks aanzetten uit het jaar 1867. Op bescheiden schaal had ik de voetstappen van Victor Hugo, patroonheilige van gemankeerde klokkenluiders, gevolgd. Op een dag in augustus van het bewuste jaar bezocht hij Zierikzee en had over zowat alles daar zijn mening geventileerd. In gedachten verkeerde ik nog half en half in zijn gezelschap in de bochtige straten van het vestingstadje. Tege lijkertijd vroeg ik me af - terwijl de roltrap me onverbiddelijk naar een metroperron in Rotterdam-Zuid voerde - of ik wel voldoende details had buitgemaakt voor een artikel: straatnamen, binnenbrug- gen, uitspanningen, neoclassicistische onzinpilaren, torenspitsen en havenpoorten. Op het ogenblik dat ik voorbij de metalen strip voet op vaste bodem zette deinsde ik terug vanwege een onbestemd kabaal. Ook ervoer ik weer even de angst uit mijn jeugd voor de gleuf waarin de ijzeren treden verdwijnen. Vervolgens vermande ik me en stapte het perron op. Het lawaai sloeg nu in alle hevigheid over me heen: gebonk op plaatwerk, klappen op wat dan ook, geschreeuw, uitzinnig lachen, het geroffel van sprintende voeten. Het duurde een tijdje eer ik be sefte wat er aan de hand was. Ik was terug in het heden en ook nog eens terug in mijn geboortestad. Met een naar ik vreesde wereldvreemde blik loerde ik om me heen. Een meter of twintig van me vandaan waren enkele tientallen don kere tieners een wachthok aan het slopen. Antillianen, veronderstelde ik. Ze gilden elkaar in hun eigen taal toe. De onbegrijpelijke klanken werden tienvoudig versterkt door de klankkast die het perron bleek te zijn. Mijn blanke landgenoten stonden er timide bij. Blik omlaag. Witte knokkels van het stevig omklemmen van hun laatste houvast: koffertjes, tassen, handtasjes. Een jongen met een buitenmaats model broek en spijkerjack rende plotseling weg uit het groepje, stootte een triomfantelijke kreet uit, sprong van het perron op de rails en wipte even later het volgende perron op. Daar aangekomen schreeuwde hij een meisjesnaam boven het lawaai uit. De uitver korene reageerde onmiddellijk door al staande neukbewegingen uit het hip-hop repertoire te imiteren. De jongen beantwoordde de uit daging door opnieuw de metrobaan over te steken en vervolgens zijn soepele lijf ook in een Caraïbische neukhouding te brengen. "1 fuck you, bitch," brulde hij van het lachen. 29

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2003 | | pagina 29