Robert de Haan
Postbode
Het is op slag van negen uur.
Hij had al moeten zijn geweest.
Een onrust die maar niet geneest
drijft mij van 't kastje naar de muur.
En weldra, hoopvol en bevreesd,
ontdek ik hem voorbij de schuur,
een onopvallende figuur
die vluchtig de adressen leest.
Gespannen loop ik naar de hal.
En even later zie ik al
mijn hoop in een moment ontkracht.
Weer heeft hij niet de brief gebracht
die ik sinds jaar en dag verwacht
en die mij 't antwoord geven zal...
36