brug over te steken mislukt, maar eindelijk, eindelijk arriveerde ze aan de andere kant van het land, waar wij toen woonden. Die logeerpartij zou iedereen heugen! Onmiddellijk trachtte Hanna het huishouden over te nemen, zo heeft mijn moeder getuigd, zodat die het niet meer uithield en bij mijn vader door het geopende achter raam een verzoek indiende om zijn zuster subiet terug te sturen. 'Ze komt er wel, ze is flink genoeg, ze heeft andere begeleiders nodig.' Er gleed een diepe, gekromde schaduw langs de muur en even was er een orthopedisch knoerpen in het grind achter het huis. Toen was het geregeld. Pas tóen ging Hanna naar B. en trouwde met Henk, opzichter van de krantenbezorgers. Het was het jaar waarin Farfisa transistors in de accordeon begon toe te passen. Hanna heeft wel haar moeder trouw verzorgd toen die helemaal dement werd zeggen ze, maar ik heb dat mens nooit gezien en ik ontzeg haar het recht om deze delicate historie te ontwrichten; ze ging trouwens al dood toen ze nog maar tweeënzestig was. Haar vader, ja, dat weet ik nog wel: die woonde later bij Hanna en Henk in een alkoof tussen de huiskamer en het echtelijk slaapvertrek van hun woninkje aan de gracht. Soms dronk hij een glas pure limonadesiroop uit een tandenborstel beker, soms schreide hij even en nu en dan klonk een bijbeltekst door de papierdunne wand, hetgeen beantwoord werd met de ver smachte stilte die onvernietigbaar is, of door een snuiven van het ongenaakbaarst dédain; soms door het kreunen en piepen van de veren omdat Henk, na gezamenlijke lectuur van informatieve boe ken, het ruggelingse had overgenomen, wat veel genoegen bracht. Mijn broer zegt dat hij ze later nog eens heeft bezocht in B. Henk had inmiddels zoveel kranten laten bezorgen dat hij zelf geen weer woord meer had en zwijgend de afwas deed in de piepkleine keuken, met een schortje om en vermoedens voor zich uit denkend over Hanna en zekere bezorgers die godverdomme de ene brievenbus niet meer van de andere konden onderscheiden, omdat alleen al haar blik als de zwaartekracht was, als een diepe en zwarte zuiging die hun hersens in hun ballen had getrokken. Toen ging hij op een dag naar buiten om onder een bus te lopen. Op dit punt worden de mededelingen van mijn broer wat vaag, maar het scheen dat hiermee weer een nieuw en heel anders smakend hoofdstuk in Hanna's kroniek was opengeslagen. Ze mat zich een 42

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2003 | | pagina 42