De REUS Raats Het sprookjespark had zijn beste tijd dan wel gehad maar het was niet duur. Reden voor de schoolleiding om er maar een dagje aan te wagen en er een klas op af te sturen. Terwijl de begeleiders koffie dronken mochten de kinderen vrij rond lopen. Ze vonden het niks. Er waren geen computerspelletjes, geen playstation, alles bewoog onbeholpen en het gebrek aan onderhoud wreekte zich. Sommige sprookjesfiguren stonden met een bordje 'Buiten werking' om hun nek wezenloos voor zich uit te staren. Anderen hadden in plaats van een fatsoenlijk been een ijzeren stang met een schoen er aan, wat hun geloofwaardigheid ook niet ten goede kwam. Helemaal bont maakte het de Griezelgrot waar het licht kapot was zodat je geen hand voor ogen zag en waar het bovendien vreselijk stonk, alsof er in gepoept was. Ook klemde de deur en vlak erachter stond een plas water, veroor zaakt door een lekkage. De grootste attractie van het park was de REUS. Een gigantisch bouwwerk ter grootte van een huis waarvan kennelijk de bedoeling was dat het imponeerde. Misschien was dat ooit het geval geweest, maar tijden veranderen. Bovendien had ook hier het verval toege slagen. De reus hing opzij alsof zijn linkerbil het had begeven. Door zijn eigen gewicht was hij wat ingezakt, waardoor hij een enorme buik had gekregen en zijn broek aan de voorkant was openge scheurd. Eigenlijk was het geen gezicht. Je vraagt je toch in gemoede af wie zoiets in mekaar knutselt. De schilder had hem een onnozele grijns gegeven en zijn ene oog stond duidelijk lager dan het andere. Bij zijn linker neusvleugel was iets losgeraakt waardoor het leek of er snot uit zijn neus liep. En op zijn hoofd lag een halve kuub vogelpoep. Het maakte allemaal geen gedreven indruk. De kinderen lachten zich te barsten. Ze dreven de spot met de arme reus en zongen liedjes waar normale mensen zich voor zouden schamen. Plotseling boog de reus zich met verrassende lenigheid voorover en maaide met beide armen de hele groep naar zich toe. Hij greep de kinderen met vijf, zes tegelijk, propte ze razendsnel in zijn mond en slikte ze door. Niet één ontsnapte. 45

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2003 | | pagina 45