Het gaat hier om iets groters dan taal, bloed of het leven hier op aarde. Holistisch denken en handelen is afgeleid van solipsisme, al vindt waarschijnlijk niet iedereen dat leuk om te horen. Ik ben dronken. Nog steeds, ladderzat van het leven. En de promil lage laat zich met geen instrumenten meten. Ergens vroeg in de avond. Ik weet van geen tijd. Op de lokale omroep is de stoet te zien. En de burgermeester. Hij be dankt iedereen voor de aandacht en neemt de petitie in ontvangst. Een paar mensen houden een praatje. De menigte luistert in stilte. Bedankt iedereen. En ga nu maar gauw naar huis. Het gaat weer regenen. Kan God echt huilen? Ik weet het niet. Het is de volgende dag, 's avonds. Telefoon. "Dag, jongen. Alles goed?" "Ze hebben haar begraven in Noord, ma. Dat is maar een half uur lopen vanaf mijn huis." "Ga je haar opzoeken dan?" "Misschien moest ik dat maar eens doen. Het is het minste wat ik kan doen." "Je moet jezelf niet zo kwellen." "Ze was nog geen zes jaar, ma. Nog geen zes jaar. En ze had een mooie stem, zeggen ze." "Misschien is het toch het beste dat je jezelf aangeeft, jongen. Het kan een opluchting voor je zijn." "Het was een ongeluk, ma. Zo'n onverhoopt, stom, nietszeggend ongeluk. Maak er niet meer van dan dat het is." "Hoor jezelf toch eens zo praten." "Het is op de televisie geweest. De politie tast nog in het duister." Ik kijk uit het raam. Er lopen wat mensen voorbij. Er is hier niet veel te doen, zeker niet op dit uur. De cafés zijn in het centrum. Hier is enkel een school in de buurt. Haar school, geloof ik. Wat zouden ze in de klas gezegd hebben? Wat zou de juffrouw hebben gezegd? Ik loop wat heen en weer. Ga het huis uit, loop wat doelloos door de straten. Het miezert. Mijn handen glanzen in het licht van de straat lantaarns. 53

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2003 | | pagina 53