Hij lachte niet, maar bleef stil zitten en schreef niet meer. 'Kom op,' maakte ik een einde aan de grap. 'Twee honderd keer, en vlug een beetje.' 'En nu jij, Serge,' zei ik. 'Schrijf jij maar 100 keer: ik moet de waar heid spreken.' Heerlijk, dacht ik, ouderwetse strafregels. Hopelijk komen er klachten van verontruste ouders. Een kwartier later stapte een verzorgde, jonge vrouw het lokaal binnen. 'U bent de leraar van Jurgen?' 'In elk geval deze middag.' 'U weet het waarschijnlijk niet, maar op donderdag moet Jurgen om vier uur naar het Riag.' Ik maakte een handgebaar. 'Neemt u hem maar mee, dan kan hij zijn strafwerk thuis afmaken.' Jurgen vertrok met superieure oogopslag, nadat hij zijn blaadje snel in een van zijn zakken had gefrommeld. De moeder zwaaide verontschuldigend. 'Nu mag ik zeker ook weg?' vroeg Serge. Hij keek me aan alsof we al jaren samen louche zaakjes opknap ten. 'Werk maar door,' zei ik. 'Je hebt al korting gehad, wat zijn nou 100 regels?' Ik ruimde het bureau op en tien minuten later was hij klaar. 'Wat wil je later worden?' vroeg ik onverwacht. 'Zijderupskweker,' antwoordde hij zonder met zijn ogen te knip peren. Het antwoord stelde me gerust, die jongen zou zich nooit laten verrassen. Hij verdween en ook ik zocht mijn spullen bij elkaar. Buiten zag ik nog net hoe Serge op een aftandse mountain-bike wegfietste. Op het moment dat ik me bukte en mijn fietssleutel in het slot stak, hoorde ik vlakbij het jankende remmen van een auto. Ik keek op naar het stuk weg dat vanaf het schoolplein zichtbaar was, maar zag niks bijzonders. Met de fiets aan de hand haastte ik me naar de oversteekplaats. Een paar meter voorbij het zebrapad zat Serge op de stoeprand. Zijn fiets lag in de goot. De roze gloed was uit zijn gezicht verdwenen. 'Heb je je pijn gedaan?' vroeg ik. 24

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2003 | | pagina 24