Een pentekening uit het Florida van Nederland
Paul van Leeuwenkamp
In het kader van de fusie van drie bedrijven zat ik eind 2002 vaak in
de auto, rijdend van het ene bedrijf naar het andere, en in de auto
luister ik altijd naar Radio Een. Op die zender werd in toenemende
mate vooruitgelopen op de herdenking van de watersnoodramp in
1953. Twee zestigjarige dames die de Ramp als kind meemaakten
spreken over de rotzooi die als hulp vanuit de VS werd gestuurd.
Een interview met een man die, de doden nog altijd in gedachten,
voor de vloedgolf naar Canada lijkt te zijn gevlucht. Daarnaast een
'itempje' in het televisieprogramma Netwerk over de fouten die de
regering destijds maakte.
Uit mijzelf zou ik niet bij de Ramp hebben stilgestaan. De Ramp is
van net vóór mijn tijd, iets uit de geschiedenisboekjes, minder nog
dan de hongersnood in Bangladesh, waar ik in mijn jeugd in zwart
wit frequent mee werd geconfronteerd. Toch moet ik er eerder wat
van hebben gezien, want de interviews en beschouwingen wekken
vage herinneringen - mensen op daken, water en nog eens water
waar eenzame bomen zich in spiegelen, een koe in een roeiboot, al
weet ik niet eens of dat laatste beeld fantasie of herinnering is. Waar
schijnlijk zijn het herhalingen van een oud Polygoonjournaal, mis
schien via de geschiedenislessen op de middelbare school tot mij
gekomen, of anders via de tv bij de zoveelste herdenking.
Het was dus vooral toeval dat de herdenking van de Ramp zo tijdig
onder mijn aandacht kwam. Al bijna even toevallig kreeg ik Echo's
van het water in handen, de zoektocht van Jan J.B. Kuipers en Cees
Maas naar de nog altijd zichtbare littekens. In het door Ballustrada
en Zeeuws Tijdschrift gecombineerde herdenkingsnummer lees ik
later dat er kritiek op te leveren is, maar het aardige van het boekje
is toch dat het mij als buitenstaander bij dit verleden betrok. Ik werd
even net zo veel Nederlander als de Zeeuwen. Het verleden is niet
weg, het is nog altijd aanwezig; een waarheid als een koe, die ieder
in zijn eigen leven steeds weer tegenkomt bij het uitruimen van
kasten en zolders; maar dat de Ramp nog zo concreet in steden en
landschap aanwezig is, had ik mij nooit gerealiseerd. Zelfs op plaat
sen waar ik ziende blind heb rondgelopen zijn ze aanwezig. Ook in
de toekomst zal ik die tekens waarschijnlijk over het hoofd zien,
maar nu ik weet dat ze er zijn, zal ik ze aanwezig weten, zelfs op
27