Voorwoord Dat gekraai van Shakespeare volgens Tillema, terwijl Van der Veeke het onderwijs bezwaddert en Schoonheim gewoon iederéén zwart maakt nu hij veilig elders is; en Van Leeuwenkamp die zich de Ramp herinnert van vóór zijn geboorte, terwijl Noordewier met Zuidhoek bekvecht, Ramon de Nennie aan tafel de boom en de boog verenigt, Kuipers opnieuw kiest voor de foute idealen, Schrijer alles ziet, Raats het begrafeniswezen doorschouwt, Ter Horst naar de wolken kijkt en tegelijk onder het gras in de aarde. Emma Burns neemt nog een toetje. Vandaar. K. 3

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2003 | | pagina 3