Gezien hoe de in rubber afgegoten plankzeiler overliep van belangstelling voor de dag waarin hij zich staande hield, hoe hij zijn kleuren naar de hemel richtte, zich boog en strekte, de tekens las en zich met hand en pijn en voeten schikte naar wat wind beweegt en water, zijn rakken schreef in snelle halen voor wat wortelt aan het land en staand op water vechten bleef met taai, gevestigd ongeloof.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2003 | | pagina 44