Gezien hoe de in rubber afgegoten
plankzeiler overliep van belangstelling
voor de dag waarin hij zich staande
hield,
hoe hij zijn kleuren naar de hemel richtte,
zich boog en strekte, de tekens las en
zich met hand en pijn en voeten schikte naar
wat wind beweegt en water,
zijn rakken schreef in snelle halen voor wat
wortelt aan het land
en staand op water vechten bleef met taai,
gevestigd ongeloof.