gezellige moekes van zestig plus tonen zich verrast als we desge
vraagd meedelen uit Holland te komen.
'South Holland of course,' zegt een van hen.
'Eh - no.'
'I am joking.'
Ah, een joke.
Dit stoffige, ouderwetse museum, daar leefde nog iets authentieks. Er
was, in tegenstelling tot het winkeltje beneden, nog iets van het
oude leed te proeven, van de schande van het verlies én van het des
ondanks hardnekkig hooghouden van de Verloren Zaak. Die wordt
hier geëerd met een allegaar van relicten dat juist door zijn toeval
ligheid een indruk van gestolde werkelijkheid wekt. - Maar hoorde
ik één van de Daughters niet klagen dat de volgende generatie nog
geïnteresseerd moest worden? Het is niet te ontkennen: de melan
cholieke charme van deze collectie wordt óók teweeggebracht door
het kennelijke gebrek aan fondsen en de karigheid van het bezoekers
tal.
Een armlastig, fascinerend museum met een bovenmaatse dubbele
voordeur. Een deur die dichtzit. Wegens de tocht, vertelt een vastge
prikt briefje. Je moet aan de deurknop draaien en vervolgens flink
duwen.
Met tornado's heeft dit niets te maken. Het minste zuchtje wind kan
inmiddels fataal zijn voor de kwijnende herinneringen daarbinnen;
eens moet zelfs de Verloren Zaak verloren gaan.
Deze tekst werd eerder (28 juli e.v.) gepubliceerd op de website van de VPRO als
onderdeel van de serie 'historische reisverhalen'.
51