landen... De zee heeft de tijd. Maar zodra de laatste arm is afgesloten kan het noodlot iedere dag toeslaan." Duidelijke woorden, die echter nooit het grote publiek hebben be reikt. Angst, onwil, domheid, het zal er allemaal aan hebben bijge dragen, maar vooral is het toch onbegrip geweest voor het wezen van de zee en voor de bijzondere geaardheid van Sven, onbegrip ver oorzaakt door een evolutie die de mens steeds meer buiten zijn natuurlijke kader plaatste en hem het waanbeeld gaf dat de werke lijkheid zich beperkt tot de zielloze natuurwetten van de ingenieurs. Maar Sven wist beter. Hij begreep dat de mens blind aanstuurde op een rampzalige breuk met zijn natuurlijke kader. Het begin van die breuk vormde het rapport Afsluitingsplannen der tussenwateren van 29 januari 1953, dat vol met deltaplannen stond. Dat ging de zee te ver. "Twee dagen nadat het plan was ingediend voor het sluiten van de zeegaten j had zij direct een striemend protest laten horen door verschillende dijken weg te vagen en een gedeelte van Nederland onder water te zetten. Ongeveer achttien honderd mensen ontnam zij het leven. Als dodelijke waarschuwing. Nog nagrommend trok zij zich terug. Afwachtend of men haar les ter harte zou nemen." Maar, "arrogant als de mensen zijn, negeerden zij de waarschuwing openlijk. Ijverig begonnen zij dijken te versterken en de eerste gaten te sluiten. Tegen het verhogen van de dijken had de zee geen enkel bezwaar. Wel steeg haar woede opnieuw bij het zien van de voorbereidselen voor het volvoeren van het Deltaplan. Weer wilde zij toeslaan, op Kerstmis van het zelfde jaar. Zij had het water al hoog opgestuwd toen zij plotseling haar plan wijzigde." Want de zee was niet zonder mededogen. "Zij koos één man uit van wie zij wist dat hij een begaafd paragnost was... Uiteindelijk zou hij van haar de totale ondergang voorgespiegeld krijgen, zodat hij de mensen kon waarschuwen wat er zou gaan gebeuren indien zij bleven volharden." Die paragnost was natuurlijk Sven. "In het begin voldeed Sven aan deze eis" van de zee, maar "de mensen lachten hem uit en verklaarden hem voor gek." En dus werd Sven veroor deeld tot machteloos toezien. "Vretend, schurend en klauwend sloopte [de zee] langzaam maar zeker de wal waarachter de mens zich zo veilig waande. Bekende stranden waren onder haar schurende stromen verdwenen. Reeds klopte de zee tegen de duinen die zij onder de waterspiegel verzwakte 60

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2003 | | pagina 60