"Meneer Victor, we zijn het nog lang niet zat, maar het programma
vereist..."
Victor met verdwaasde blik af. Nu was de beurt aan Sebastiaan Lauret.
Hij gaf Victor bij het passeren een schouderklopje en nam plaats
achter de tafel met microfoon. Even concentreerde hij zich en toen
hij begon te lezen voelde ik de sensatie getuige te mogen zijn van
uiterst persoonlijke, verbale magie. Het lukte de onhandigste man
van België om alle aandacht te pakken.
Na zijn laatste gedicht klonk oprecht geroffel en zelfs gefluit.
Daarna was het tijd voor de tweede pauze. Ondanks het feit dat ik
zelf nog moest optreden, was ik niet langer nerveus. De avond was
redelijk succesvol, een afgang was me bespaard gebleven. Ik gaf de
presentator een compliment, knikte onophoudelijk naar deze of
gene, nam enkele gratis bundels in ontvangst en luisterde een ge
sprekje af tussen Boonman en haar begeleidster. ("Wat een kuthotel
lijkt me dat...")
Als laatste noemde de presentator mijn naam in de rij van vader
landse dichters. Ik stond op en voelde de verwachting van de toe
schouwers als een dozijn strelende handen in mijn nek. Met trage
passen stapte ik naar voren en wachtte even toen ik achter de
microfoon stond. Het was heerlijk om op het moment suprème tijd te
rekken. In feite vormde de halve minuut dat ik nadrukkelijk zweeg
het hoogtepunt van mijn optreden. Daarna werd het minder. Toen
ik aan mijn eerste gedicht begon, hoorde ik mijn stem zwaar en on
beholpen door mijn hoofd schallen. Ik sloeg met een voorhamer een
klein spijkertje in een plank, zo'n gevoel kreeg ik. Ik sloeg wel raak,
maar daar was alles mee gezegd.
Desondanks voelde ik me na afloop een minuut lang onbedaarlijk
gelukkig, alsof ik een topprestatie had geleverd. Nee, alsof mijn leven
opnieuw begon. Ik klampte iedereen aan die op mijn weg kwam en
kletste honderd uit.
"Je gedichten zijn goed, maar je leest ze verkeerd," complimenteerde
de voorzitter.
Ik was het met hem eens. "Bij jou is het net andersom," antwoordde
ik voor de grap.
"Ik heb iets voor je meegebracht," zei hij. Uit een reusachtige aktetas
trok hij een koker te voorschijn. Met enige moeite wist hij er een
opgerold affiche uit te halen, dat hij me pas gaf nadat hij voor de
tweede keer die avond mijn hand had geschud.
11