tentoonstelling. In die toespraak had hij een gedicht verwerkt van Kees uit de serie Westinongoolse Gezangen. West Mongolia 6 Windkracht zeven kan ik hebben acht ook nog wel want de snorfiets is pas schoongemaakt de leegte is een blinde hoek gevuld met ijswind links of rechts is niets al zijn er boerderijen groot als schepen afgemeerd Ik kan nu hele dagen zonder radio Het was kwart voor drie en veel gegadigden zouden er gezien het barre winterweer niet meer komen. Familieleden van Kees hadden een helse tocht ondernomen en vanuit Frankrijk zo'n 900 kilometer afgelegd. Ze waren op tijd. Een bevriend stel op zo'n vijfentwintig kilometer afstand was bang in te sneeuwen en nu werden ook eerdere telefonische afmeldingen bekend. Daarbij ook een fax van de man die al enkele keren eerder tentoonstellingen van Kees had geopend. Het was niet de herdenking van de Ramp die het aantal aanwezigen beperkt hield, het was de sneeuw. Paul had z'n redevoering voor deze opening gefaxt en de familie zag mij als de meest aangewezen persoon om Paul te vervangen. Met mijn door niet iedereen begrepen mededeling dat ik Paul niet graag zou vervangen 'Toen geluk heel gewoon was' las ik de speech in m'n beste 'Bergse-jongens-onder-elkaar' imitatie. Hey Cees 1-2-03 is dat geen mooie datum Hey Cees Hoe gaat het Je hebt een tijdje misschien niets van ons gehoord maar nu zijn we er weer De een heeft het druk en de ander ook 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2004 | | pagina 23