Reizigers voor alle richtingen Lou Vleugelhof Deel II: Inhoudelijke benadering Dat de vorm niet los te koppelen is van de inhoud mag uit deel I van mijn essay Ballustrada jrg. 18 nr. 2) over de poëzie van André van der Veeke duidelijk zijn geworden. Wat ik heb proberen aan te tonen, is dat de vormgeving gestalte geeft aan de inhoud en andersom dat de inhoud de vorm schept. Vorm en inhoud zijn wederkerig scheppend en als zodanig op elkaar aangewezen, a.h.w. tot elkaar gedoemd. Het gebruik van de disti chon is geen dichterlijke gril, geen vrijblijvend willekeurig spel. Het is een noodzakelijke keuze van de dichter, omdat hij niet anders kan vanwege zijn inhoudelijk en formeel dichterschap. Die keuzegebon denheid is zowel zijn kracht als zijn zwakte. Hier sta ik naar vorm en inhoud, meer heb ik niet in huis, lijkt de dichter te zeggen. En de aantijgingen van routinematigheid, monotone vormgeving, dwang matige eensporigheid, ingeblikte inspiratie liggen op de loer. Ten onrechte, volgens mij. Ik hoop duidelijk te maken dat zijn een zijdige vormgeving in ruime mate gecompenseerd of beter gezegd wordt opgeheven door de veelzijdigheid en de gevarieerdheid van zijn onderwerpen, de thematische samenhang en zijn taalbehande ling. Debuut Ik keer terug naar het essay dat ik schreef over zijn debuut Het sacra ment van de sneeuw, uitgekomen in de Slibreeks Ballustrada jrg. 8, 1994, nr. 1). Als vergelijkingsmateriaal is het debuut en mijn essay erover interessant. Overeenkomsten en verschillen kunnen nieuw licht werpen op het nieuwe werk. Op de vormgeving van de gedich ten uit Het Sacrament van de sneeuw hoef ik niet meer in te gaan. Wel zijn er enkele opvallende parallellen met de nieuwe bundel. Ook in zijn debuut blijkt de dichter al sterk gehecht aan vaste rijmloze strofen. Elk gedicht bestaat uit twee strofen van vijf regels. Deze formele gebondenheid vormde toen voor mij geen aanleiding om er inhoudelijke consequenties bij te zoeken. In die zin, dat deze vijf- regel noodzakelijk samenhing met de inhoud. Wel gaf ik aan dat deze consequente vormgeving zou kunnen wijzen op een inhoude lijke coherentie. Bij nadere analyse bleek die aanwezig. 44

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2004 | | pagina 44