BALLUSTRADA OPTIMA FORMA Minor Op het ogenblik woedt er een kleine oorlog in het kippenhok van de vaderlandse poëzie. Twee woedende hanen - Kukeleku Gerbrandy en Hanekam Pfeijffer - vallen oude hanen aan en proberen iedere kip te neuken. Via hun slachtoffers trachten ze de reflectieve poëzie de nek om te draaien. Poëzie moet in hun ogen luid uitgekraaid worden. Poëzie moet duister zijn, avontuurlijk, bloedstollend. Poëzie moet het op kunnen nemen tegen clip, extasy en sex. Een en ander leidt tot potsierlijke verzinsels, tot adembenemend saaie gedichten. Nu heb ik het over de poëzie van Kukeleku en Hanekam zelf. Gortdroge, onpersoonlijke opwinding leveren deze geleerde beesten. Want dat vergat ik te vermelden: het gaat hier om erudiete woedende hanen voorzien van klassieke snavels. Eén oude haan (H.V.) wordt ontzien omdat ze niet tegen hem op kunnen. Hij vertegenwoordigt wat ze zelf niet hebben of kunnen brengen: authentieke poëzie en aanleg voor avontuur. Een andere oude haan (J.E.) proberen ze de ogen uit te pikken. Hij zou zich herhalen. Je ziet het wel vaker bij slachthanen: die megalomane hang naar erkenning vlak voordat de bijl toeslaat. 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2004 | | pagina 7