BALLUSTRADA OPTIMA FORMA
Minor
Op het ogenblik woedt er een kleine oorlog
in het kippenhok van de vaderlandse poëzie.
Twee woedende hanen - Kukeleku Gerbrandy
en Hanekam Pfeijffer - vallen oude hanen aan
en proberen iedere kip te neuken.
Via hun slachtoffers trachten ze de reflectieve
poëzie de nek om te draaien.
Poëzie moet in hun ogen luid uitgekraaid
worden. Poëzie moet duister zijn, avontuurlijk,
bloedstollend. Poëzie moet het op kunnen
nemen tegen clip, extasy en sex.
Een en ander leidt tot potsierlijke
verzinsels, tot adembenemend saaie gedichten.
Nu heb ik het over de poëzie van Kukeleku
en Hanekam zelf. Gortdroge, onpersoonlijke
opwinding leveren deze geleerde beesten.
Want dat vergat ik te vermelden: het gaat hier
om erudiete woedende hanen voorzien van
klassieke snavels.
Eén oude haan (H.V.) wordt ontzien omdat
ze niet tegen hem op kunnen. Hij vertegenwoordigt
wat ze zelf niet hebben of kunnen brengen:
authentieke poëzie en aanleg voor avontuur.
Een andere oude haan (J.E.) proberen ze
de ogen uit te pikken. Hij zou zich herhalen.
Je ziet het wel vaker bij slachthanen: die
megalomane hang naar erkenning vlak
voordat de bijl toeslaat.
7