Er volgde een periode waarin Verrips zich bezon op zijn schrijver
schap en nieuwe wegen zocht, ondertussen met andere dingen bezig
zijnde. Zijn debuut Zorg dat je een gekkenbriefje krijgt werd in 1980
door Olga Madsen verfilmd en op de Nederlandse en Belgische tele
visie vertoond. In 1981 verscheen een herziene versie van Witte
gezichten. In datzelfde jaar kreeg hij een bestuursfunctie in de Ver
eniging voor Letterkundigen en werd hij voorzitter van het Fonds
voor de Letteren, waarmee hij de bestuurlijke ervaring uit zijn CPN-
periode aan de literatuur dienstbaar maakte. In Maatstaf en Bzzlletin
publiceerde hij korter werk, verhalen over zijn breuk met de CPN, en
voor diverse kranten en tijdschriften - waaronder SenD, het maand
blad van de Wiardi Beekman Stichting - schreef hij beschouwingen
over politiek en literatuur. Hij voorzag een grote sociaal-econo
mische crisis, met de groeiende werkloosheid als een even urgent
probleem als de ontwapening, en wees er toen al op dat dergelijke
crisisperioden voedingsbodems voor het nationaal-socialisme zijn.
'Raketten worden pas gevaarlijk in een ontredderde wereld.' De com
munistische idealen waren volgens hem bankroet en hij zag voor de
CPN geen enkele functie meer, een opvatting die later door de partij
zelf werd bevestigd toen deze zich ophief.
Ook was Verrips voor de radio gaan werken (b.v. het hoorspel Hier
spreken a.u.b.) en in maart 1982 debuteerde hij bij de VARA met het
televisiespel Buigen of barsten, dat opnieuw de politieke keuzen in de
Tweede Wereldoorlog tot onderwerp had, maar zich richtte op de
vraag wat jongeren met deze geschiedenis aan moesten. Het bracht
Verrips de opdracht voor een tweede televisiespel en hij was vol op
timisme: 'Ik hoop ook nog toneel te schrijven en een film' Het Bin
nenhof, 1982). Al waren zijn boeken nog altijd geen kassuccessen,
zijn schrijverschap bracht inmiddels zoveel geld op, dat zijn vrouw
halve dagen kon gaan werken.
Een maand na zijn televisiedebuut verscheen Berlijns Blauw (De
Arbeiderspers, 1982), een verhalenbundel die een raamroman blijkt
te zijn over Verrips' breuk met de CPN in 1975 en zijn streven zich
als zelfstandig publicist te handhaven. De verhalen volgen afwisse
lend een communist en een schrijver, zijn twee aspecten. De com
munist heet nu geen Joost of Johan, maar Jos. Jos heeft zich terugge
trokken uit het bestuur van de CPN en komt vervolgens in conflict
met de partij door zijn streven meer zicht te krijgen op de historische
betekenis van het communisme. Als hij vervolgens weigert vuile kar-
14