den in 1984 veel aandacht aan hem, het televisiespel Buigen of bar
sten werd uitgezonden, de BRT 1 bracht het hoorspel Hier spreken
a.u.b. en de schooltelevisie een special met interviews en fragmenten
uit De Blauwe Bruid en Witte gezichten), maar desondanks werd in de
kranten maar weinig aandacht aan De blauwe bruid besteed.
In het midden van de jaren tachtig bezocht Verrips opnieuw Californië
(Vrees en vrijheid, blz. 98) en keerde daarna met De wondere zoon (De
Arbeiderspers, 1985) terug bij Fisset en Sander, de hoofdpersonen uit
Witte gezichten. Nu is het Sander die de oceaan oversteekt en naar
aanleiding van de dood van zijn vader na dertig jaar terugkomt in
Nederland. De werkelijke redenen zijn echter complexer. Enerzijds
probeert hij nog steeds zijn arbeidzame, tot isolement leidende leven
te rechtvaardigen door zijn prestaties te spiegelen aan die van de
achterblijvers, anderzijds hoopt hij in Europa een nieuw begin te
vinden. De contacten met zijn broer, in wie het gereformeerde chris
tendom onherstelbare littekens heeft achtergelaten, zijn afstandelijk.
De enige keer dat Sander zijn broer bezoekt, is die zo dronken, dat
het geen ontmoeting is.
De kritiek was deze keer zeer positief. De Volkskrant noemde het
onder de kop 'Verrips schetst knap invloed werkloosheid' 'een boei
end dubbelboek' met tal van fraaie beelden. Vrij Nederland stelde dat
het 'niet zomaar wat gratuit gebabbel, modernistisch gekeuvel of
goedkope filosofietjes van een auteur die herkenbaar wil schrijven
voor een groot publiek' is, maar 'ernstig doorwrocht en vooral
geloofwaardig proza' waarmee Verrips bewees 'over een grote taal
zuiverheid te beschikken en over verbluffende kwaliteiten als het
erop aankomt subtiel en tot in de kleinste details sferen en gevoelens
te beschrijven.' In De Tijd noemde Wam de Moor het boek 'een
geconcentreerd geschreven psychologisch-realistische roman van een
bewogen en integer auteur' en vond dat Met andere ogen en Witte
gezichten 'verplichte lectuur mogen zijn voor studenten van de scholen
voor journalistiek'.
In 1987 legde Verrips zijn voorzitterschap van het Fonds voor de
Letteren neer. In datzelfde jaar wisselde hij, ondanks de aandacht die
De wondere zoon had gekregen, ook van uitgever. Wat er de oorzaak
van was, heb ik niet kunnen achterhalen, maar zijn nieuwe roman
verscheen niet meer bij De Arbeiderspers, maar bij Amber.
De trots van de morgen vormt qua opbouw een synthese van Verrips'
17