het werd nacht en de storm nam toe windkracht acht negen tien het water was ijskoud ze werden bang en maakten in paniek harde geluiden (gekakel en geblaf) ze kregen ruzie en werden ziek van angst de kist kipte en de kip viel eraf en verdronk terstond de hond zwom eerst nog wat rond maar dronk jankend steeds meer water later vond ik ze: kip hond kist stok jas in die volgorde en niet anders zodat ik precies wist wat er voorgevallen was (dat van de harde storm en van die brand heb ik uit de krant) 31

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2004 | | pagina 31