poëtica de klok wijst 18u30 de dagtaak zit erop ik verzamel woorden als postzegels (of dode vlinders) schik ze in een bruinrood album met lintjes middenin en ondertitels voor het nageslacht ik gun de woorden een redelijk bestaan een breed ondermaans perspectief van schrander leven en schrijlings lachen als elementen van een hecht geheel een familie in de Kempen zweren ze bij de radicale samenhang van wit en zwart links en rechts maar soms laat ik de woorden verdwalen in de drachtige nevels van de nacht waar ze onwelvoeglijk en losbandig leven van aardbeien en verse selder eieren in het woud gelegd en appels eten in de tuin van Eden 48

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2004 | | pagina 48