De laatste foto Ik zag mijn moeder en noemde woorden die ze niet meer kende. Zoals lavendel, geurend naar de velden, in haar linnenkast verstopt. Uitbundig bloeiend in de tuin van het bejaardenhuis. Paarse bloemen, daar hield ze van. Maar ook van gele. Ze hield van alles wat je zei. In de gloeiendhete stilte van die zondagmiddag, met als achtergrond lavendel die stonk naar boerenkool maakte ik de foto die niet veel later op haar grafsteen stond. Het uurtje was voorbij. We leverden haar in. Kom, zei ik, we moesten weer eens gaan.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2004 | | pagina 59