wie droomde het?
De spiegel laat jou niet door, pakt er
geen foton uit en schrijft nooit paden
weg. Geen stofjes van jou schieten
over. Wat kaatst bevestigt je niet.
Het is je ontzegd in elke kopie.
Kou laat je handen zien met niets
dat was of zal en vist de vlugge dieren
uit je ogen. Zo komt goed de klad erin.
Zijn glas is plat, het lijkt gepast niet door
dit wad te steken. Raad voor gasten
als ze in je kamer bleven en natuurlijk
nooit meer zijn gezien. Geveegd.
je drukt in zoeken je lippen
ontuchtig, voedert alle twee je
gezichten en van foelie suf, vlijt je
te morzel aan zand. O dit is mis.
Spiegelbeeld is rapper dan echo,
het glas niet meer te bedekken.
De kamer klapt haar longen dicht,
kiept je in de golven: terug, vis!
Met kieuwen ben je uitgerust. Je
trekken weken af. Het laat je koud.
Water glimt en rilt en kust je vinnen
(uit doorvlogen naschrift heb ik dit).