Door een duwtje van de slaperdijk
kom ik al gelijk in het eigen donker
van een tijdloze wereld
Ik zweef
op twee wielen
tussen asfalt en ster
midden in onzichtbaar bouwland
En dan opeens de stad
die haar lichten kosmisch laat verlangen
Straks dansen je ogen voor het heilig vuur
Vannacht gaat duister in blacklight over
's Ochtends dolen paarden over een dorstige kwelder