allang afgeschafte leerboekjes voor Vaderlandse Geschiedenis,
had een vooruitziende blik waar het ging om economie en
infrastructuur. Hij bleek een goed oog voor financiële zaken
te hebben, reden waarom ook hij op een visserschip naar het
vaderland was teruggekeerd. Dit keer niet uit noodzaak, maar
wegens de goedkoopte. Helaas bleek hij een botte, van alle tact
gespeende domkop in zijn betrekkingen met de Belgen, die
vanaf 1815, niet geheel tot wederzijds genoegen, deel van zijn
koninkrijk waren gaan uitmaken. De Oranjemythe liet het
tijdens de Belgische opstand van 1830 weer volledig afweten,
natuurlijk omdat ook nu weer de Fransen de zaak in de war
stuurden met hun steun aan de opstandelingen.
Nadat Willem I na jaren mokken eindelijk in 1839 een akkoord
met de Belgen tekende, verslingerde hij op zijn oude dag zijn
hart aan een rooms-katholieke gravin en verdween hij onder
boegeroep uit het nog stug-protestantse vaderland van het
toneel. We hebben het aan de angsthazerij van zijn zoon, de
held van Waterloo, te danken dat Nederland in 1848 een
grondwet kreeg die een stevige aanzet tot vrijheid en demo
cratie gaf. Een grondwet waar zijn opvolger, de weinig fijn
zinnige en stronteigenwijze Willem III zijn leven lang zonder
veel succes tegen te hoop liep. Het overlijden van alle drie de
zoons uit zijn huwelijk met de delicate en intellectuele Sophie
van Würtemberg, die doodongelukkig was onder het regiem
van 'koning Gorilla,'* betekende bijna het einde van de Oranje
mythe, maar nog net op tijd werd ergens in Waldeck-Pyrmont
een pril prinsesje opgeduikeld, dat de oude bok op het nipper
tje een dochter schonk, Wilhelmina, een dame die tijdens de
Eerste Wereldoorlog nog volop profiteerde van de Oranje
mythe, omdat de Duitsers zo goed waren Nederland onge
moeid te laten.
In 1940 lagen de zaken anders. Het Nederlandse leger, dat een
eeuw lang in Europa geen schot meer had behoeven te lossen
en zodoende elke aansluiting met de werkelijkheid van de mo
derne oorlogvoering miste, liet zich in vijf dagen door een veel
kleiner, maar beter geoefend en uitgerust, Duits leger onder de
voet lopen. Koningin Wilhelmina besloot in de loopgraven aan
het hoofd van haar troepen te sterven en eiste daartoe naar
Zeeland te worden gebracht, waar nog werd doorgevochten,