R.U.R. van Karei Capek en heeft Shelley's Frankenstein mee op
reis. Alice in Wonderland (1865) en Duizend-en-één-Nacht (1838-
'41) worden genoemd. Al passen deze titels uitstekend bij de
thematiek van de roman, het is toch tekenend dat ze expliciet
worden genoemd. In het nawoord van Het theater de briefen de
waarheid verwijst Mulisch naar De zachtmoedige van Dosto-
jevski, met als ondertitel 'een fantastisch verhaal', en naar De
laatste dag van een ter dood veroordeelde van Victor Hugo. Beide
fantastische, in de tijd van hun verschijnen onmogelijke ver
halen. Maar "zoals de ontboezemingen van Dostojevski's pand
jesbaas tegenwoordig op een bandrecorder opgenomen hadden
kunnen zijn, zo is het niet uitgesloten, zelfs in hoge mate waar
schijnlijk, dat in het nu aanbrekende millennium een techniek
wordt ontwikkeld waarmee iemands gedachten 'gelezen' kun
nen worden, dus ook zijn laatste." Overwegingen waarmee de
schrijver van sciencefiction zijn brood verdiend. Over zijn
eigen verhaal gaat hij verder met: "De combinatie die dit dip
tiek vormt, daarentegen, is logisch en technisch tot in alle
eeuwigheid onmogelijk, dat wil zeggen wonderbaarlijk. (Maar
het blijft oppassen met dit soort voorspellingen: op den duur is
misschien niets veilig voor de techniek, zelfs niet de logica.) Is
het dus een absurd hersenspinsel? Misschien. Maar misschien
ook niet. Misschien toont het nu juist de volledige waarheid.
Ten slotte bestaat de absolute absurditeit ook in de gestalte van
niets minder dan de hele wereld, die op een logisch onmoge
lijke manier is ontstaan uit het niets. Ook wij maken deel uit
van die absolute absurditeit - wij in de eerste plaats."
Sciencefiction of fantasy? Het is de verkeerde vraag. In het werk
van Mulisch zijn de elementen uit die genres ondergeschikt
aan het verhaal dat geschreven wil worden en gelijkwaardig
aan alle andere elementen in dat verhaal, zowel die uit de rea
liteit als die uit andere fantastische literaire vormen als magisch
realisme, fabel, sprookje, mythe etc. Toch is er in de aard van
Mulisch' werk wel een relatie met die genres, met name met
de sciencefiction, omdat Mulisch als een jonge onderzoeker in
de beslotenheid van zijn studeerkamer alles aan elkaar probeert
te knutselen, alles op een technocratische manier probeert te
rationaliseren.
Vanuit de optiek van de genres is de vraag of Mulisch de