Hoogste tijd
Hoogste tijd is het verhaal van Willem Bouwmeester, een telg uit
een familie van beroemde toneelspelers die zelf nooit bekend
is geworden. In de loop van het verhaal blijkt dat zijn oorlogs
verleden - hij is in de oorlog toneel blijven spelen, ook voor
Duitsers en zelfs in Duitsland - een van de redenen is van zijn
beperkte succes. Het verhaal begint wanneer Bouwmeester door
het in Amsterdam gevestigde Auteurstheater wordt gevraagd
voor de hoofdrol in een nieuwe productie, hetgeen voor de be
jaarde Bouwmeester, die samen met zijn jongere zus Berta in
Lelystad woont en daar passief op zijn dood zit te wachten, als
een volslagen verrassing komt.
De roman beschrijft vervolgens hoe Bouwmeester zijn herintrede
doet in de toneelwereld. De repetities, de relaties met zijn mede
spelers, de regisseur en bizarre auteur, de wederwaardigheden
van het Auteurstheater, dat met het stopzetten van de subsidie
wordt bedreigd, de betrokkenheid van zijn zus en de rol die
haar hondje in het toneelstuk krijgt toebedeeld. Voor deze
aspecten heeft Mulisch volop kunnen putten uit zijn eigen
ervaringen met het toneel. Het werk aan het toneelstuk wordt
afgewisseld met terugblikken op Bouwmeesters leven, al dan
niet via diens herinneringen, en met enkele surrealistische,
magisch-realistische ervaringen in het nachtelijke Amsterdam,
die kunnen worden gelezen als toeval ('het raam op een andere
wereld') en droom en verwarring van Bouwmeester.
Het toneelstuk, dat Noodweer heet, gaat over een ander toneel
stuk, het afscheidsstuk van de toneelspeler Pierre de Vries, De
Storm van Shakespeare, en toont behalve het oefenen van dat
toneelstuk de intriges tussen de toneelspelers. Alles gaat goed,
tot de generale repetitie, die voor een proefpubliek van middel
bare scholieren wordt opgevoerd. Het hondje van zijn zus blijkt
ziek te zijn en doet opeens niet meer wat het in eerdere repeti
ties wel deed en, nog erger, Bouwmeester gaat te veel op in zijn
rol en in het op een na laatste hoofdstuk stort hij in.
Tot dusverre is het een verhaal dat uitgekookt balanceert op
de rand van realisme en het fantastische, een verhaal waarin
het realisme door fabulatie, magisch-realisme en surrealisme
voortdurend wordt ondermijnd. Het is geen fantasy omdat het
zich gewoon afspeelt in Amsterdam en alle gebeurtenissen als