Schuimpi? Schuimpi uit Honderd-en-Tien-Morgen? Krijg de
tering, zeg ik, ik weet het zeker.
Ja Koos, zegt ze, ik ben je ouwe vriendje. Maar dat wist ik al
toen ik instapte en jij ook. Of niet dan? Laten we er geen woor
den aan vuil maken. Eerst maar wat coke, dan worden we van
zelf sentimenteel. Stop jij die panty even in het dashboard. Dat
staat zo slordig in mijn handtas.
Ik pak dat propje aan en pleur het zo naar buiten. Gekkenhuis!
En dan denk ik aan onze jaren van de Lagere School. Schuimpi
was een handig ventje. Kon goed leren, goed voetballen... klein
van stuk voor zijn leeftijd en voor de dooie dood niet bang.
Wanneer er geklommen moest worden om een bal van het dak
te halen dan bedacht hij zich geen moment. Gewoon een gei
nig ventje dat stotterde en waar niemand op lette. Nou zittie op
mijn achterbank. Als een uitgebluste nicht z'n panty's te ver
wisselen.
Gaan we nog Koos... ik wil een stijve neus. Dan gaan we ergens
rustig zitten en wat mijmeren over vroeger.
Hoe ben in je in Godesnaam zover afgedwaald wil ik hem vra
gen, maar ik moet invoegen voordat de tram naast je komt.
Dan rij je tot aan Spangen achter dat kloteding.
In Spangen koop je crack, Koos. Voor lekkere coke moet je naar
Kralingen. Moet ik jou dat vertellen?
Gaan we bijdehand doen, Maigret? Op de Beneden-Oostzeedijk
- Kraiingen! - vraagt ze me de auto te parkeren.
Dan kan ik wat lijntjes leggen. Hobbels kan ik effe niet gebrui
ken. Heb je kinderen, hoor ik 'm nog zeggen als ik naar die
grote snuiven luister. Hij trekt ze aardig door, moet ik zeggen.
In de achteruitkijkspiegel zie ik hem bezig. Vroeger gingen we
vissen, weet je. Stonden we om vijf uur op en liepen door de
dikke mist naar de Strekkade in Hillegersberg. Of ik ook wat wil!
Hebbie gesnoven gisteravond, Koos. Wil je me dat vertellen. Dat je
niet meer weet wat je hebt gedaan. Heb je spijt?
We rijden door het centrum terug naar het Oude-Westen. Op
de hoek van Heemraadsplein en Heemraadssingel stappen we
uit. We gaan naar binnen.