Het groene gras dat ik vind in je navel als ik over je heen loop met mijn tenen glimmend bloot. Men heeft het over een haardkleedje wanneer men spreekt over de tamste president. Nu! men moest eens weten wat! men! op een haardkleedje kan ondernemen. Het pittige stevige gras dat men ziet wanneer men stevige pittige kerels blootmaakt: daar kan de stoerste president niet tegenop. Ook niet hij met de oorlogsvloten, ook niet hij die er geen gras over laat groeien. Laat deze stoere eerst zijn eigen gras maar eens laten groeien over zijn eigen akkers met alle rust en karaktervorming vandien. Dan zullen we wel zien of hij nog van oorlogsvloot wil spreken of in pittigheid en stevigheid op een temperamentvol haardkleedje eindelijk van zich wil laten genieten

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2005 | | pagina 61