hij noemt zijn vier namen
zijn stem tekent het land van de bloemen
de moeder de vader de heuvels van daken
de raven die cirkelend hoger en hoger zweven
zijn stem tekent de straat van de slangen
één slang opent één slang sluit de straat
een slang voor elk huis en een huis voor elke slang
(de straat is gesloten)
steel de straat steel de man
open de straat plaats zijn voetstap op wit
hij banjert door plassen verrimpelt er maan
en gitzwarte takken de slangen zien toe
de straat ligt bezaaid met kwetsen hij trapt
één kwets recht op de bek van een slang
zijn pletsstap verheldert klinkt luider en luider hij groeit
(sluit de straat en je verliest de man)
daar is de man
hij noemt jouw vier namen
zijn stem tekent zijn kamers: één van schapenvacht
vol teder gebabbel van haar en het kind
één zonder luiken van vuisten en rook
één lege doorwaaide van uitzicht op raven
die beurt om beurt op hun rug van een gletsjertong roetsjen
(de kamers zijn gesloten)
steel de man open jouw straat plaats je voetstap op wit
je balanceert op de stoeprand je roept:
alle straten hier voeren naar zee hij prevelt:
hier beloopt men van straten de zonzijde
je wijst omhoog - de zon kleurt er de meeuwen oranje
je roept: en de zee voert naar de hemel
open je huis toon hem je kamers
(steel zijn kamers en je verliest het spel)
hier is de man
noem zijn vier namen
steel je stem teken en speel
(de status quo is gesloten)