hij noemt zijn vier namen zijn stem tekent het land van de bloemen de moeder de vader de heuvels van daken de raven die cirkelend hoger en hoger zweven zijn stem tekent de straat van de slangen één slang opent één slang sluit de straat een slang voor elk huis en een huis voor elke slang (de straat is gesloten) steel de straat steel de man open de straat plaats zijn voetstap op wit hij banjert door plassen verrimpelt er maan en gitzwarte takken de slangen zien toe de straat ligt bezaaid met kwetsen hij trapt één kwets recht op de bek van een slang zijn pletsstap verheldert klinkt luider en luider hij groeit (sluit de straat en je verliest de man) daar is de man hij noemt jouw vier namen zijn stem tekent zijn kamers: één van schapenvacht vol teder gebabbel van haar en het kind één zonder luiken van vuisten en rook één lege doorwaaide van uitzicht op raven die beurt om beurt op hun rug van een gletsjertong roetsjen (de kamers zijn gesloten) steel de man open jouw straat plaats je voetstap op wit je balanceert op de stoeprand je roept: alle straten hier voeren naar zee hij prevelt: hier beloopt men van straten de zonzijde je wijst omhoog - de zon kleurt er de meeuwen oranje je roept: en de zee voert naar de hemel open je huis toon hem je kamers (steel zijn kamers en je verliest het spel) hier is de man noem zijn vier namen steel je stem teken en speel (de status quo is gesloten)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2005 | | pagina 70