Caesars stopverf
Niet-zijn kan dan wel een attribuut van het zijn wezen - ver
baal kaltgestellt maar het eindige ik heeft verdomd weinig aan
dat besef. Niettemin bespeurde ik op die ochtend vroeg, ik lag
in bed, diep onder de aanrollende bagger van de dagelijksheid
een moment dat gulden licht waarvan de mystieke, neopla
toonse onderstroom van het christendom soms gewag maakt.
Heb je daar dan wat aan misschien, aan zo'n oersubjectieve of
liever halfbewuste waarneming? Voor een moment zeker; maar
waarschijnlijk is het niet van belang dat je er wat aan zou kun
nen hebben. De waarde is gelegen in de onverstoorbare, niet te
penetreren aanwezigheid van dat licht. Wij kunnen het niet
binnendringen, maar ons dringt het wel binnen, alsof we lucht
zijn. Lux etema noemde men dat in oude tijden.
- Dat halfbewustzijn zou minstens een halfbroer zijn van de
droom. In de materialistenbijbel Kraft und Stoff (1855) van Lud-
wig Büchner, een werk met het verpletterend aplomb van de
eindelijk gewonnen, triomfale zekerheid - en dus razendsnel
tot antiquarisch testimonium geworden, tot curiositeit -, las ik
dat ook de droom 'slechts een overgangstoestand tussen waken
en slapen' is, een soort halfslaap: 'volkomen lichamelijk en
geestelijk gezonden kennen zelfs die overgangstoestand niet,
zij dromen eigenlijk nooit. De hedendaagse artsen beschouwen
dan ook dromen altijd als een min of meer ongezonde toe
stand.'
Vermakelijke lectuur, honderdvijftig jaar na verschijning. Om
de spoken en fantasmagorieën van het voorwetenschappelijke,
pre-experimentele tijdperk te verdrijven was het natuurlijk in
1855 bij uitstek zaak om je kop klaar en fris te houden, vrij van
alle mogelijke nieuwe of oude vervuiling, paradigmatische
geestverschijningen, theologische spinnenwebben, tomeloze
speculatie, kortom het gonzen van de tienduizenden stront
vliegen van de wetenschappelijke folklore. Behalve de nu echt
onhoudbaar geworden God de Heer moest daarom ook de hele
voorafgaande idealistische filosofie én haar grote opruimer
Schopenhauer op de mestvaalt. Of je aan de Hemelse Vader de
naam gaf van het Absolute, Object-Subject (Schelling), Idee
(Hegel), Ding an sich (Kant), Alziel, Eeuwige Kracht, Organische