steeg, klonk het luiden van een klok die de zwaarte van mijn voetstappen leek te willen benadrukken. Ik vorderde slechts moeizaam en toen - voor mijn gevoel vele uren later - de duisternis inzette, was het landschap nog nauwelijks veran derd; het was alleen uitgesprokener geworden in zijn tegelijk bevreemdende en vertrouwde karakter. Naarmate mijn zicht en kracht afnamen, bood ik steeds minder weerstand aan de in nerlijke roep die mij naar deze streek had gevoerd en die mij naar de plaats leidde waarvan ik nu wist dat terugkeer onmoge lijk was. Het regent onophoudelijk, de sluiers van de duisternis om hullen de geblakerde bomen die, verwrongen door de een of andere onzichtbare kracht, hun vermoeide bladeren afschud den en hun takken omlaag buigen naar een grauwe bodem van afgehakte vogelvleugels; tussen het gras scheiden papavers hun sap af voordat ze wuivend en wenkend sterven; en jonge ko nijntjes, doodgeboren in strikken, staan bewegingloos, alsof ze de stilte bewaken die een ieder die wil horen omhult en dreigt te verzwelgen. Zwijgzame vogels, die er genoeg van hebben de verschrikkingen van de vorige dag nog een keer te moeten doormaken, kruipen bijeen in diepe, duistere hoeken - hun koppen afgewend van de dode, zwarte zwaan die onderste boven in een poel drijft. Uit deze poel stijgt een lichte, zinne lijke mist op die langzaam omhoog zweeft en de afgebrokkelde voeten streelt van het onthoofde standbeeld van een martelaar wiens enige verdienste het was snel te sterven, en die niet wist hoe snel hij de strijd moest opgeven. De duisternis overspoelt alles; de lange, donkere nacht begint; maar toch wacht bij het meer een jonge vrouw, die - omdat ze zelf niets ziet - zich on bespied waant; ze glimlacht flauw om de klok die in de verte luidt, en om de onophoudelijke regen. Bovenstaande tekst is - in de verte verwant aan een surrealistisch 'cadavre ex quis' - door drie verschillende personen geschreven. De eerste alinea is een door mij vertaalde passage uit The unparalleled adventure of one Hans Phaall van Edgar Allan Poe; de tweede alinea is een zelfgeschreven fantasie; en de derde is mijn vertaling van een anonieme tekst op de hoes van de eerste lp van Black Sabbath. Zowel Edgar Allan Poe als Black Sabbath als de ziekelijke kanten van mijn fanta sie zijn onlosmakelijk verbonden met mijn jeugd op Schouwen-Duiveland. Een kadavertje voor jou, H., voor jou alleen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2005 | | pagina 94