interieur (1)
Een traag bewegende tijger
ergens aan de Boulevard de Malesherbes:
je dronk rosé, zei liever op de luiheid
van het dier te vertrouwen
dan op het pantserglas.
Rondom wervelende spelers in rood,
groen en wit, maar vaal
en verblekend als uitgebloeide rozen.
Een benauwd ontwaken
uit de wereld van je eigen spel,
een wisseling van droom en daad.
In het dovend licht
de spiegelende ogen van het monster
als een tinkelende echo
van hoe jij je Shakespeares wereld dacht,
maar hier geen middernachtzon
om decors te verpulveren.
Alleen een fosforescerende glans
over de ruggen van de danseressen
en hartverscheurende muziek
die angst verdoven moest.