Interieur (3)
Waar onderdak voor genot,
maar zelden voor nood wordt geboden,
keren stoelen het daglicht de rug toe,
maken balkondeuren zich breed,
prijken beelden
van een buitentijdse waardigheid
die eerder doet huiveren dan begeren.
Gedempte stemmen, een odeur
van ingehouden verwachting.
Wanneer dag en nacht van rol verwisselen,
strengelen zich handen ineen
sluiten de deuren,
richt alles zich op die storm van geluid,
op het wervelend flitsen,
op wat zich onontkoombaar afspeelt
buiten alle werkelijkheid.