er valt een haar van tussen twee bladzijden van een boek en hoelang zat het er al? de menigte zwijgt, de micro ebt hol de klanken weg, te traag blijkt uit de dwaze ogen, blijkt uit geen lichaamstaal. de dichter grijpt in (plots): 'er is begin en eind wat telt, daartussen is enkel nostalgisch gemijmer, daaraan kan getwijfeld worden.' alweer geen applaus.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2006 | | pagina 88