er later naar vroeg, dan weigerde Punchinello erop in te gaan. Als ik door bleef zeuren, dan pakte hij me bij mijn enkels en hield me ondersteboven tot ik om genade smeekte. Op een dag kwam de zon op zonder dat Punchinello was terug gekeerd. We waren allemaal ongerust. Ik het meest van al. Wij vreesden dat Cagliostro in woede zou ontsteken wanneer hij ontdekte dat Punchinello erop uit gegaan was. Maar als de meester al opmerkte dat Punchinello niet meer onder ons was, dan zei hij er niets over. En wij poppen, zelfs Jaunplume, zwegen ook als het graf. Sinds we ons in Londen gevestigd hadden, schonk Cagliostro steeds minder aandacht aan ons. In de tijd dat we met het Groot Poppentheater door Europa trokken, hielden we soms meerdere voorstellingen per dag. Cagliostro schreef voortdu rend nieuw materiaal voor ons en zag toe op onze repetities. Dat waren prachtige tijden. We trokken volle zalen. Ook gaven we privé-voorstellingen voor voorname dames en heren, nader hand gingen we dan bij hen op de thee, zodat ze konden zien hoe we thee dronken en biscuits aten. Ook werden we wel eens voor het diner uitgenodigd. De mensen waren altijd stomver baasd als ze ons zo naast zich aan tafel hadden zitten. Heel af en toe ontving Cagliostro ook gasten en zij leken nooit in het minst verbaasd als ze ons zagen lopen en praten. Zo was er een dokter genaamd Victor, die soms alleen kwam en soms met zijn echtgenote, een mooie vrouw met lang rood haar. Een andere kennis die regelmatig op bezoek kwam sinds we in Londen woonden, was de Comte de Saint-Germain. Ik vond het eigenaardig dat de man een Franse titel had, want hij sprak Engels zonder het lichtste accent. Miss Rose noemde hem altijd een lastige klant, want de graaf at geen vlees en dronk geen wijn. Het liefste dronk hij een thee die getrokken moest worden van de blaadjes die hij zelf meebracht in een zwartfluwelen zakje. Persoonlijk vond ik het wel leuk als de graaf op bezoek kwam, want meestal nam hij zijn viool mee. Na het eten speelde hij dan de wonderlijkste muziek: melodieën die ik nog nooit ergens gehoord had, waarop ik dan danste en rare bokkensprongen maakte. Later op de avond vertelden ze elkaar altijd prachtige en wonderlijke verhalen. Soms mochten wij poppen erbij blijven en luisteren, andere keren stuurde Cagliostro ons weg.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2007 | | pagina 11