Er werd zoveel verteld over Cagliostro, de poppen deden niet anders dan roddelen als hun maker hen de rug toegekeerd had. Ik wist nooit wat ik moest geloven. Zelfs van de verhalen die de poppenmaker zelf vertelde kon ik nooit bepalen hoeveel er waarheid was en hoeveel leugen. Als Punchinello één van zijn buien had vertelde hij me over het ezelsoor. Hoe ik dan ook smeekte, als hij eenmaal begon met vertellen was hij niet meer te stuiten. In het verhaal krijgt onze meester ruzie met een koetsier. Ze staan tegenover elkaar op een smalle brug, en geen van hen wil achteruit om de ander over te laten steken. Cagliostro zit op de bok van zijn kleurige wagen, met de rond draaiende goudgeschilderde ballen die als tweelingzonnen schitteren naast het bord waarop met grote rode letters ge schreven staat: Groot Poppentheater. De koets wordt getrokken door een span ezeltjes. De koetsier is een gedrongen mannetje, breder dan ie lang is, vadsig en vet tig als een klodder boter, zijn jas gesloten met een rij knopen die op knappen staan. Hij heeft een rond gezicht en een klein mondje. Zijn mond glimlacht, maar de knokkels van zijn vuisten worden wit rond de greep van zijn lange rijzweep. Nadat ze zo enige tijd gestaan hebben, in de warme namiddag zon, met het klateren van het water onder de brug, springt Cagliostro ineens van de bok. Met zijn lange benen en gebogen rug loopt hij naar de voorste van het span ezeltjes. Hij streelt het beestje over de kop. Hij voert het een suikerklontje. Beproef je je geluk nu maar bij de ezel, ezel? Cagliostro klopt het ezeltje op de snuit. Ik raad je aan die kar nu weg te halen, zegt hij zonder naar de koetsier op te kijken, voordat ik alle redelijkheid laat varen. De koetsier grinnikt en schudt het ronde hoofd. Cagliostro bukt zich en bijt het ezeltje in het oor. Zijn tanden bijten door het oor en scheuren er een halve maan uit los. Het ezeltje balkt en probeert te bijten en te schoppen. Zijn paniek slaat over op de andere ezeltjes en al snel spellen zij samen Pan-de-mo-ni-um. En met het bloed druipend van zijn kin zegt Cagliostro dat hij nu zijn weg wil vervolgen. Volgens Punchinello deed de koetsier zijn uiterste best om zijn kar razendsnel achteruit te bewegen. Hij incasseerde een aantal schoppen en beten toen hij probeerde de paniekerige ezeltjes te kalmeren. Cagliostro was weer op de bok van het Poppen-

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2007 | | pagina 12