Markies opgenomen was. De oude Markies schreef en regisseer de toneelstukken waarbij de andere patiënten hem als spelers dienden. Collodi beweerde ook dat sommige van de scènes die Punchinello en ik opvoerden, geschreven waren door de Markies. De tijd verstreek onduidelijk in de cel. Dagen leken een eeuwig heid te duren. Ik slaagde er niet in om bij te houden hoeveel dagen er verstreken. Ik vroeg me af wat ik misdaan had om hier te belanden. Mijn enige gezelschap hierbinnen was me ook al ontnomen. Nu was ik alleen met de metalen po, die iedere dag verwisseld werd ook al gebruikte ik hem niet. Het was alsof mijn verblijf in het sanatorium me langzaam gek maakte. Maar het was ook alsof ik andere dingen juist helder der begon te zien. Ik snapte nu wat Punchinello bedoeld had met zijn akelige verhaaltje. Soms, zonder duidelijke reden, neemt het leven zomaar een hap uit je. De geneesheer kwam weer met me praten. Hij vroeg me of ik nog steeds hallucineerde over vissen. "Nee, meneer," zei ik snel, "dat doe ik helemaal niet meer." "Wat is er dan mis met jou?" Ik haalde mijn schouders op. "Kom op!" "Ik ben een pop. Een marionet zonder touwtjes." "Dat denk je alleen maar. Jouw probleem is er één van de geest." Hij tikte met twee vingers tegen zijn slaap. "Je bent niet in staat weerstand te bieden aan de werkelijkheid om je heen en daarom begin je te fantaseren. Jouw geest is een lanterfanter, een nietsnut. Als je dat niet in wilt zien, hoe moet ik je dan genezen?" "Ik weet het niet," zei ik, "maar ik moet steeds maar denken over iets dat mijn broer me vertelde "Nou vertel op, joch!" "Het gaat over een ezeltje Zijn hand schoot naar mijn gezicht en hij dwong me mijn mond te openen. "Tong!" Ik stak mijn houten tong uit. Hij schudde zijn hoofd, alsof hij ernstig teleurgesteld was in me.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2007 | | pagina 25