plukken, bewoog er iets tussen de takken. De boom isss van mij,
siste de slang, en alle vruchten aan de takken behoren mij toe.
De vrouw zei dat ze honger had. En er waren immers zoveel
appels. Goed, je kimt er één, en ssslechtsss één, plukken, alsss en
alleen alsss ik je mag omhelsssen. Op het moment dat ze een
appel plukte viel het geschubde lijf van de slang op haar neer
en kronkelde razendsnel om haar heen." Jodie's handen gleden
over haar lichaam in nabootsing van de slang. "Zijn kop gleed
omlaag, tussen haar borsten, over haar buik, omlaag. En daar
beet hij haar."
Ze hijgde van inspanning.
"Wat vond je van mijn verhaaltje?"
"Krijgt u het niet koud?" vroeg ik. "Zo met uw jas open."
Ze nam haar borsten in haar handen en schudde ze. "Wil je er
aan sabbelen, kleine jongen, wil je me helemaal warm sabbelen
met je kleine mondje?"
"Kwam Punchinello daarvoor bij u?"
Ze knikte en haar borsten knikten mee. "Hij kwam om te kijken
en te voelen." Ze zweeg even. "De andere vrouwen waren bang
van hem, maar ik niet. Ik geloof dat hij nog geen vlieg kwaad
zou doen."
Plakpapier dient vliegen te ontdoen van hun breekbare vleugeltjes,
zodat ze daarna als uit de kluiten gewassen mieren door het leven
kunnen.
"Hij leek alleen maar boos en gevaarlijk. Misschien kwam het
door de manier waarop zijn gezicht gesneden was, met de
mondhoeken zo ver omlaag."
Plotseling greep het me naar de keel dat ze over Punchinello
bleef praten alsof hij iets uit het verleden was.
"Weet u waar hij nu is?"
"Nee," zei ze resoluut en ze begon haar blouse weer dicht te
knopen.
"Ik moet hem vinden."
"Jij bent een sssschatje," zei ze grinnikend.
"Als je wilt wachten totdat de zon opkomt, dan kan ik je wel
laten zien waar hij me altijd mee naar toe nam."
Jodie zei dat ze verder moest lopen. Ze kon gearresteerd worden
als ze hier stil bleef staan. Van Jodie mocht ik niet met haar
oplopen, want ik zou de mannen af kunnen schrikken. Ik wan-