Zijn ene oog staarde me aan. "Maar er is toch geen reden om bang te zijn voor jou?" "Wat denk je zelf?" Heel even klonk hij weer als de Punch die ik kende. Mijn oudere broer die zomaar uit zijn slof schoot, wanneer ik niet goed oplette tijdens de repetitie. Even dacht ik dat ik zou moeten bukken om een oorvijg te ontwijken. Maar hij sloeg niet naar me. "Nee," zei ik snel, "jij zou zoiets nooit doen." Ik legde mijn handen op zijn schouders. "Ik ben zo blij dat ik je weer zie," zei ik. "Ja?" vroeg hij. Zijn blik ontweek nu de mijne. "Ja, natuurlijk." "Ik kan niet meer zo goed zien zei hij, "maar ik hoorde aan de voetstappen op de trap dat jij het was." "Net iemand op klompen, nietwaar?" zei ik en ik roffelde met mijn vuist op mijn houten kop. "Houten kop," grinnikte hij. Ik streek hem zachtjes over het hoofd. "We moeten terug naar de werkplaats," zei ik. Hij schudde traag zijn hoofd. Een spin met lange poten liep over zijn gezicht, tot ik hem er afplukte. "Ik kan je ondersteunen. En Cagliostro heeft je in een mum van tijd opgelapt." "Laat maar," zei hij, "laat me maar, Harlequin." Daarna zeiden we een tijd lang niets meer en alleen de duiven bleven geluid maken. "Vertel me eens een verhaaltje, Harlequin," vroeg hij plotse ling. Ik dacht even na. "Goed," zei ik, "Wat wil je horen? Zal ik je vertellen over de inbraak die ik gepleegd heb met Reinaarde en de Cyperse Kater?" "Of plezier ik je meer," ik ging staan en nam de bokshouding aan, "als ik vertel over het dozijn jochies dat ik tot moes ge slagen heb, omdat ze me in de weg stonden?" Hij schudde vermoeid zijn hoofd. "Of," ik opende mijn gebalde vuisten en begon knijpende bewegingen te maken, "hoor je toch liever hoe ik Crazy Jodie in haar zwiebelige borsten heb geknepen totdat ze het uitgilde? "Je bent een grappenmaker, Harlequin," zei hij, "en een be roerd leugenaar."

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2007 | | pagina 35