waar het hem om te doen was. Het was een onheilsprofeet. De woorden dood en verderf wisselden elkaar af. Ook angst en chaos waren elementen waar wij, zondaars, rekening mee dienden te houden. In een vloeiende cadans van gestroom lijnde zinnen en dramatische expressie probeerde hij ons te overtuigen van het naderend einde der tijden. Het was niet zo vrolijk als ik in eerste instantie veronderstelde. Maar zijn gedreven voordrachtskunst maakte veel goed. In het Nederlands, met al zijn scherpe sis- en schraapklanken zou de ellende veel groter zijn geweest. In het Frans leek het alsof de Schepper zich bij voorbaat verontschuldigde voor de rommel die hij ging veroorzaken. Maar dat het geen kattenpis was, was duidelijk. Vooraan sloegen een paar ouwe vrouwtjes van verbijstering en ongeloof hun hand voor de mond en daarna sloegen ze drie keer een kruis. Hij zag dat hij beet had en gooide er nog een schepje bovenop. De vrouwtjes stierven zowat een voortijdige dood. Toen hij het genoeg vond daalde hij af naar de aarde en ging met de pet rond. Het gelovige deel van zijn publiek gaf met gulle hand. Toen hij mijn richting uit kwam voor een bijdrage vroeg ik hem waar hij nog geld voor nodig had als het toch nog maar een kwestie was van uren. Hij grijnsde en knipoogde naar me. Een man van de wereld die zijn winkeltje professioneel runde. Ik besloot eerst niets te geven. Het leven is al duur genoeg en om nou ook nog mee te betalen aan mijn eigen ondergang ging me toch iets te ver. Maar ik bedacht me en stortte wat geld in de pet. Vanwege de Leeringh en het Vermaeck. Bovendien kon ik ook niet bewijzen dat hij ongelijk had. Opgeruimd troostte hij een paar oudere dames die zich bezorgd toonden in verband met de naderende ontwikkelingen. Als je netjes geleefd had, zei hij geruststellend, was er niks te vrezen. We besloten terug te keren naar de camping waar we nog een sinaasappel en een blikje knakworstjes vermoedden. Het "bon jour" klonk ons op verschillende toonhoogtes na en wij zwaai den driftig terug. We sloegen een smal paadje in en toen zag ik iets wat mijn hele theorie over de muziek in de Franse taal onderuit haalde. Aan de ingang stond een wit rond bord met

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2007 | | pagina 38