breekt |e op bij Michaux. Teveel bescheidenheid trouwens ook. Dat ondervond even later K. Michel. Een leeg en winderig strand. Een gure woestijn. Meer reactie volgde niet op de vlakke, fluisterende stem van K. Michel. Nu hoefde dat op zich geen kritiek op de spreker in te houden: desolate stranden zoals die van de Frans-Atlantische kust ko men ook regelmatig voor in Michaux' werk. Blijkbaar spraken die tot zijn verbeelding, zoals woestijnen wel vaker kunstenaars en visionairen tot dromen verleiden. De binnenwereld wordt in dergelijke prikkelarme omgevingen nu eenmaal snel buiten wereld. Maar op de zandvlakte van K. Michel gebeurde niets. Hij bleef alleen maar strand. Kilometers lang. Hoezeer de spreker zich ook inspande om daarop ook wat voorwerpen te plaatsen - een streng zeewier, een fles, een stuk scheepstouw, of uiteindelijk, in totale wanhoop, een scheerspiegel - zelden lukte het hem de fluitende wind te overstemmen. En wat er aan woorden dan toch in slaagde het publiek te bereiken, plof te onveranderlijk als een dode zeemeeuw neer. Een strand vol dode vogels. Dat was het dan. Misschien filosofisch gezien een uitdaging, maar als beeld niet erg opwekkend. We moesten het er echter mee doen. Meer zat er niet in. K. Michel boog het hoofd te snel en te diep voor Michaux. Gelukkig boden Piet Meeuse en Jan Pieter van der Sterre meer tegenspel. Een kwaadaardig, onderhuids karaktertrekje zorgde ervoor dat Meeuse buiten schot bleef toen Michaux de boel kort en klein sloeg. Het ging er hardhandig aan toe op de plattelandskermis in Perdu toen Meeuse eenmaal het woord had gekregen. Naar zijn selectie te oordelen had de spreker van tevoren al zin ge had in rottigheid en had hij grote broer Michaux - het zwarte schaap van de familie - er alleen bij gehaald om de boel eens flink door hem te laten verbouwen. Dat deed Michaux dan ook zonder pardon, terwijl Meeuse met plezier en bewondering vanachter een zuurstokkraam toekeek. Het was Meeuse's red ding dat hij voldoende materiaal aandroeg waarop Michaux zijn agressie kon botvieren, anders was de kans groot geweest dat hij samen met die teringzooi in Perdu aan gort was geslagen en de hele avond achter een botsautootje door de tent was ge sleept. Van der Sterre, daarentegen, werd gered door zijn onschuld. Het begon ermee dat de vertaler volledigheidshalve Michaux'

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2007 | | pagina 63