Wat maakt een landschap dat achter ons bestaat? We zetten onze auto aan de kant en staren in een onvermoede stilte of het ook hier kan zijn, of ook hier is gebleven wat we niet eerder zagen. Schaduwen worden op hun plaats teruggelegd. Tijm groeit tegen de hellingen zand groeit tegen de wind. Tegen de sneeuw die we achterlieten groeien vuur en sigaretten, gedachten waarvan wij willen dat ze klaar liggen als wij in het dichtstbijzijnde dorp arriveren. leder van ons bedoelde misschien iets anders. Zo hoor ik iemand zeggen: achter je of een ander die het landschap uitlegt op de motorkap van zijn auto, in zijn schaduw in de vorm van die dorre boom langs de kant van de weg. (niet eerder gepubliceerd)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2007 | | pagina 76