Zoals ieder jaar in oktober onwennig op weg naar de orthodoxe wereld van elstars, jonagolds, coxen, goudrenetten (Alleen mijn vader blijft in de auto achter, hij denkt dat het zijn laatste jaar is) In plaats van een indiaans zonnetje is er regen die ons met modder kilte iets duidelijk probeert te maken We frunniken aan kragen en capuchons en voelen nog zonder een hand te hebben uitgestoken de weerstand van de appelbomen die in een spreidstand staan opgesteld Daarna vinden we het ritme van de pluk terug de liefkozende gebaren na het breken van de stelen Af en toe raken we de buitenste schil van een gedachte - de dood ruikt hier naar appels Als de oude fruitboer op het eind van de middag op ons drenkelingen afstapt - het is blijven regenen en onze gedachten zijn al naar binnen gevlucht - herkennen we de herfstpatriarch Jaar na jaar na jaar geeft hij het sein voor de wisseling van seizoenen Deze keer houdt hij ons voor dat het fruit geleden heeft onder de droogte van twee verre zomermaanden (Scheelt zeker 10% in gewicht!) Over de gewelddadige omzetting van adem vlees in as of aarde, zwijgt hij baken in de tijd als hij voor ons is (niet eerder gepubliceerd)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2007 | | pagina 92