Een scenario ter hernieuwde invulling
vrij naar Ermanno Cavazzoni's novelle II poema dei lunatici
I
Luister niet naar de verraderlijke stem van een put.
Daar krijg je dromen van. Hoor, een triool van zestienden:
g.a.c.e. In de middeleeuwen noemden ze dat de 'de duivel'.
Net alsof er een hagedis tegen je rug opkruipt. Die duivelse
interval. Het moest verboden zijn om zulke noten te schrijven.
Door die pauzes kruipen de spoken, donker en kil. Hoe kun je
je wapenen tegen iets wat belooft, maar geen woord houdt?
II
Schijnt de maan straks? Weet je dat ik vanmorgen een populier
ben geworden? Bravo. Een mooi resultaat. Het is niks moeilijk
om een populier te worden. Zo gedaan. Als muziek ophoudt
weet niemand waar het geluid is gebleven. Maar de toekomst
heeft haar rechten, verborgen in het stille platte duister.
Redelijke mensen als wij vinden nooit begrip. Wie noemt een
vrouw nu een rijpaardje, dynamiet, een motor?
Ik kan me dat niet voorstellen.