Een scenario ter hernieuwde invulling vrij naar Ermanno Cavazzoni's novelle II poema dei lunatici I Luister niet naar de verraderlijke stem van een put. Daar krijg je dromen van. Hoor, een triool van zestienden: g.a.c.e. In de middeleeuwen noemden ze dat de 'de duivel'. Net alsof er een hagedis tegen je rug opkruipt. Die duivelse interval. Het moest verboden zijn om zulke noten te schrijven. Door die pauzes kruipen de spoken, donker en kil. Hoe kun je je wapenen tegen iets wat belooft, maar geen woord houdt? II Schijnt de maan straks? Weet je dat ik vanmorgen een populier ben geworden? Bravo. Een mooi resultaat. Het is niks moeilijk om een populier te worden. Zo gedaan. Als muziek ophoudt weet niemand waar het geluid is gebleven. Maar de toekomst heeft haar rechten, verborgen in het stille platte duister. Redelijke mensen als wij vinden nooit begrip. Wie noemt een vrouw nu een rijpaardje, dynamiet, een motor? Ik kan me dat niet voorstellen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2007 | | pagina 20