In dat pand, of in een van die ernaast, moet ik in het begin van de jaren zeventig trippend op LSD binnen hebben gezeten, dacht Harvey. De herinnering aan die avond was hem altijd bij gebleven. De toenmalige bewoner, Joe Hazel, was iemand die hij kende uit de alternatieve scene van die tijd: een intelligente New Yorker die de stad was ontvlucht en als openlijke homo het lef had gehad om zich te vestigen tussen de conservatieve bevolking van Stackton. Harvey had, samen met een vriend, bij hem aangeklopt om in alle rust en in goed gezelschap te kunnen trippen. Joe had hen gastvrij binnengelaten, een com fortabele plek gegeven, thee ingeschonken, en was verder gegaan met de schaakpartij die door de komst van de nieuwe gasten was onderbroken. Harvey herinnerde zich dat de trip met grote schokken was verlopen in de door LSD ontwrichte tijd en ruimte. Zo had hij eerst een poos zitten kijken naar de onbegrijpelijke en eeuwig durende schaakpartij, toen Joe hem plagerig een balpentekeningetje in handen had geschoven. Het was een terloops getekende, quasi-surrealistische voorstelling waarin een eenhoorn, een tandwiel, en allerlei decoratieve ele menten in elkaar overgingen. Een niet te rijmen geheel voor Harvey, die, na minutenlang erin verdiept te zijn geweest, het vel papier dan ook geïrriteerd had weggesmeten. "Wat is dat voor een idiote tekening?" had hij zichzelf verontwaardigd horen roepen om daarna samen met de overige aanwezigen in lachen te zijn uitgebarsten. De trip had echter abrupt een andere wending genomen toen Joe even later de lp Gris-Gris van Dr. John The Nighttripper op de draaitafel had gelegd. Harvey kende die plaat weliswaar al, maar de muziek was die avond pas goed tot hem doorgedrongen. Dr. John The Nighttripper mag dan als alterego van Mac Rebennack alleen in het leven zijn geroepen om de muzikale geschiedenis van Rebennacks geboortestad New Orleans te belichamen, de geleende onderdelen van zijn act hebben veel van hun oorspronkelijke kracht behouden. Rebennack weet uit welke bronnen hij moet putten. Dat geldt met name, zo had Harvey aan den lijve ondervonden, voor de voodooachtige spreuken en ritmen. Zodra de openingsakkoorden van Gris-Gris door Joe's kamer hadden geklonken, was Harvey meegesleurd naar een wereld die ver buiten zijn controle lag. En op het moment dat het verleidelijke refrein Gris-Gris Gumbo Ya Ya

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2007 | | pagina 40