delijk had losgelaten, had hij gezien dat haar hand blauw en
gezwollen was. Gris-Gris Gumbo Ya Ya.
Harvey richtte zijn blik op het haventje voor hem. De woon
boten die destijds tegenover Joe's huis hadden gelegen, waren
verdwenen. Weg was de boot waar de christelijke maar sexy
Murray-zusjes hadden gewoond. Geen spoor van de ark waar
jeugddelinquent Guy Fanguy was opgegroeid. Het haventje
was niet meer dan een stenen bak vol vaalbruin slib waaruit
zelfs het water zich had teruggetrokken. Alle leven was eruit
weggevloeid. Harvey constateerde dit zonder weemoed. Hij
verlangde niet terug naar vroeger. Zijn jeugd was daarvoor te
gewelddadig geweest. Hij koesterde de goede herinneringen
aan Stackton - zoals die aan de scene waarvan Joe en hij deel
hadden uitgemaakt - maar hij was niet hier om die op te halen.
De enige reden waarom hij zijn woonplaats had verlaten en
naar deze uithoek van de staat was gekomen, was om te pro
beren een zaak uit het verleden af te handelen. Meer niet. Voor
nostalgie was geen plaats.
Die ochtend was Harvey in alle vroegte naar de begraafplaats
van Stackton gereden, op zoek naar het graf van zijn vader.
Veel hoop het te vinden had hij niet, want hij had geen flauw
idee hoe het eruit zag of waar het lag. Toen zijn vader veertien
jaar geleden overleed, was hij niet naar de begrafenis gegaan.
In die tijd was de breuk met zijn familie al onherstelbaar. De
ongeneeslijke ziekte van zijn vader had verzoening geen stap
dichterbij gebracht. Integendeel: het conflict had zich alleen
maar verhard. Harvey had hem zelfs niet meer gezien voor hij
stierf. Maar omdat er van verzoening of afscheid geen sprake
was geweest, had de dood van zijn vader altijd iets onwerkelijks
gehouden. En veertien jaar later was het tijd om de realiteit
alsnog onder ogen te komen. Bij aankomst in Stackton had
Harvey zijn auto geparkeerd en was naar de nog stille begraaf
plaats gelopen. Zodra hij het toegangshek was gepasseerd en op
het grindpad van het kerkhof was aangekomen, had hij een
begin gemaakt met het ontcijferen van de namen op de graf
stenen aan weerszijden van hem. In zigzaggende bewegingen
was hij daarna van het grindpad afgeweken en er weer naar
teruggekeerd om ook de verder weg gelegen stenen te kunnen
bekijken. Nee, geen stap dichterbij, had hij in gedachten ge-