keek ik op mijn horloge, want voor geen geld wilde ik mijn geplande middagslaapje missen. "We weten wie je bent en we willen ons bezit terug," trompet terde de leider van de meute. Hij had een vet kaal hoofd dat hiermee goed in balans was met de rest van zijn gezicht. Daar bij droeg hij een negentiende-eeuws Murdstonepak met een geplooid wit t-shirt, lange chocoladeflappen en kniehoge rij laarzen. Zijn toon was zowel assertief als schuchter. Hij wacht te totdat ik iets ging zeggen. Ik keek weer op mijn horloge. Zelf verzekerd schreeuwde de kale meuteleider: "Ik zei dat we ze terug wilden! Geef ze ons terug, mijnheer! Die aanhangsels behoren ons toe!" De haarstukjes begonnen te grommen. Een handvol geitensik jes blafte. Ze waren verwijderd van de gezichten waarmee ze eens verbonden waren en toch werden ze nog steeds door hun voormalige meesters als losse lichaamsdelen behandeld. Het was alsof ze door hen meer gezien werden als delen van hun gezichten dan als capabele, individuele entiteiten. Daarbij was het duidelijk dat ze langdurig mishandeld waren. Slechts enkele haarstukken waren goed verzorgd. Een stel bakkebaarden had roos of luis, veel van de snorren hadden resten van vegeta rische soep verborgen in hun borstelige dieptes en een stel baarden deed dienst als vogelnestjes... Zij waren niet echt blij. En zij waren duidelijk niet willens zonder tegenstribbelen mee naar huis te gaan. Als troetelvacht en handelswaar hadden zij tenminste een kans zichzelf te manifesteren als authentieke identiteiten. De meute kon zien dat de haarstukjes niets meer met hun eige naren te maken wilden hebben. Maar ze vonden dat ze nog steeds recht hadden op de plukjes. "Houd ze in de hand," ge bood de leider me. "Zeg ze stil te liggen. Wat van ons is is van ons. Denk je dat dit grappig is? Onze gezichten zien eruit als babybilletjes. Wees een heer en geef ons onze eigendommen terug. Anders voelen we ons genoodzaakt de hele zaak zelf van u terug te nemen. U mag dan ook verwachten dat we u zullen geselen en afranselen en publiekelijk zullen onderwerpen aan smakeloze, seksuele wandaden. Ben ik duidelijk?" De rest van de meute knikte me bevestigend toe. Zelf had ik in het verleden zelf kunnen zien wat mensen wier gezichtshaar was weggenomen andere mensen konden aandoen. Ik had

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2007 | | pagina 67