echter nog nooit gezien waartoe haarstukken zelf in staat waren. Ik nam beide partijen goed op en vroeg me af of het voor mijn eigen bestwil was toe te geven aan de meute kaal- gezichten of volhardend achter mijn product blijven staan. Ik besloot volhardend achter mijn product te blijven staan. "Ik wil geen problemen," zei ik. "Ik ben alleen maar een zaken man. Ik probeer alleen maar mijn brood te verdienen. Daar kan niets op tegen zijn. Dus ik stel voor dat u nu weggaat. Ga naar huis en laat nieuw haar spruiten. Gezien de slechte staat van onderhoud van de meeste van uw plukjes hier kan ik het niet eens opbrengen u uw eigen haar tegen inkoopsprijs terug te verkopen. U heeft mijn antwoord." Er volgde een obscene stilte. "Zo zij het," zuchtte de leider. Hij hief een arm boven zijn hoofd en slaakte een schrille Indiaanse oorlogskreet... De oor logskreet duurde een dikke drie minuten. Terwijl de kreet ver streek, stonden de leden van de meute geduldig op hun tanden te knarsen, hun handen tot bleke vuisten samengeknepen. Kort na de eerste minuut van de oorlogskreet raakten de om standers en de stadsidioten verveeld. Als ze gewond waren gin gen ze naar het ziekenhuis. Als ze niet gewond waren, gingen ze naar huis of naar het dichtstbijzijnde eetcafé. Kort na de tweede minuut van de oorlogskreet begon ik me te vervelen. Ik werd ook bezorgd omdat ik me realizeerde dat het tijd was voor mijn middagslaapje en er was in geen velden of wegen een comfortabel bed te zien. Kort na de derde minuut van de oorlogskreet, begonnen de haargoederen zich te vervelen. En ze vielen aan. Het gebruikelijke macabere gruweltheater ontvouwde zich - dampende gorigheid gutste tegen het plafond van de hemel en vormde zo haast een abstract vingerverfschilderij. Lichamen van kale leden uit de meute werden uiteengerukt alsof ze en masse in een gigantische vleesmolen geperst werden. Ik was verrast hoe snel en effectief de haarstukken hun vijand te lijf gingen. Toen de slachting voorbij was, kropen de haarstukken terug in hun vuilniszak waar ze meteen in rangvolgorde in het gelid sprongen. Tweemeterveertig lange concierges in neonjogging- pakken klommen uit rioolputten tevoorschijn en begonnen

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2007 | | pagina 68