plechtig met industriële bezems en waterspuiten de zooi op te ruimen. Ik zuchtte. Daarna pakte ik de vuilniszak op, zei het Humbert Humbertplein gedag en liep huiswaarts. Ik was helemaal van de kaart. Ik had geen één stuk troetelhaar verkocht. Mijn zakken waren leeg. Geen geld om wat plezier te kopen, laat staan iets om te eten en te lezen. De dingen waren allemaal veel eenvou diger toen ik nog een kleine zakenman was. Grote zaken zijn slechts diepe kuilen. Ik kon het beste maar een nachtje over alles slapen. De foetussen waren deze keer goedgeluimd. Hun luiers waren schoon en ze hadden zich allemaal goed geschoren... ('Hairware, Inc.', vertaald door Yorgos Dalman)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2007 | | pagina 69